OrangeGas heeft in Nederland inmiddels ruim tachtig tanklocaties voor schone brandstoffen, zowel ‘stand alone’ als bij oliepartners. Steeds vaker wordt bij deze stations ook waterstof en snelladen aangeboden. Het bedrijf gelooft in een gemengd aanbod van brandstoffen dat de komende decennia in toenemende mate het tankstationlandschap zal bepalen. Welke brandstof straks de overhand heeft, is nu nog niet te zeggen. Maar over waterstof versus batterij-elektrisch durft mede-oprichter en directeur Marcel Borger al wel een voorspelling te doen.
Het bedrijf met vestigingen in Heerenveen en Amsterdam hanteert een marktvisie op de brandstoffenmarkt die zich het best laat omschrijven als ‘niet wedden op één paard’. Al in de beginperiode van het bedrijf, nu meer dan tien jaar geleden, werd het standpunt geformuleerd dat verschillende soorten mobiliteit gebaat zijn bij een mix van schone brandstoffen. En die toekomstvisie is mede gebaseerd op lessen uit het verleden, legt Borger uit.
“Vervoer en transport zijn er in veel verschillende vormen en die hebben allemaal hun eigen behoeften. Dat vertaalde zich lange tijd vooral in een aanbod met benzine, diesel, LPG en rode gasolie. Tegenwoordig zijn er diverse schone brandstoffen en in 2050 heb je waarschijnlijk tankstations met waterstof, biogas, HVO 100, LNG en een snellaadpaal. En zoals die stations nu nog in de minderheid zijn, heb je dan nog enkele vulpunten voor de benzine- en dieselauto’s die er nog rijden.”
Eenvoudig uitbreiden
De komende jaren wordt die visie op de stations steeds meer vertaald in een aanbod van groengas/biogas, EV superchargers, HVO 100, waterstof en daar waar gewenst LPG/LNG. OrangeGas heeft binnen Nederland intussen meer dan tachtig locaties, waarvan er vijf met een snellaadpaal zijn uitgerust. Voor het overige wordt er nog vooral groengas aangeboden, maar de locaties zijn wel betrekkelijk eenvoudig met een supercharger en waterstofpunt uit te breiden. Dat laatste gebeurt vooral als de markt erom vraagt.
“Onze groengaslocatie bij Avia Xpress Rozenburg Schiphol, aan de A4, is daar een goed voorbeeld van. Daar rijden namelijk heel veel elektrische taxi’s op weg naar Schiphol langs. Dan is er sprake van een marktvraag en die we hebben beantwoord door twee snelladers neer te zetten. Dat kon vrij makkelijk, omdat de infrastructuur voor het groengas er al lag. En die palen zijn zestien tot achttien uur per dag bezet. We verkopen nu nog vooral veel groengas, maar we doen op jaarbasis toch ook al 300.000 kilowattuur elektriciteit.”
Meer dan veertig waterstoftaxi’s
Een ander voorbeeld is het eerste waterstoftankpunt van OrangeGas, bij BP Kerkhof & Zn. aan de Binckhorstlaan in Den Haag. In dit gebied is namelijk markt voor waterstof tanken. Vervoersbedrijf Noot rijdt er mensen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Daar worden sinds een klein jaar ook taxi’s op waterstof voor ingezet en dat zijn er inmiddels meer dan veertig.
“In dit geval heeft Jan-Paul Kerkhof alle risico’s en investeringen voor zijn rekening genomen, waarbij wij de retailpartner zijn. Op de pomp staan dus onze kleuren en dat was eigenlijk de eerste stap in ons waterstofnetwerk.” De volgende waterstoflocaties staan gepland in Utrecht, Amsterdam en Leeuwarden. “Eind 2020 moeten we dan vier waterstofstations hebben in Nederland, wat ons in één klap marktleider zou maken”, zegt Borger met een knipoog. Het goede voorbeeld wordt overigens ook gegeven: “Sinds kort rijdt een van onze medewerkers in een auto op waterstof.”
Voor de installatie van de waterstofpunten werkt OrangeGas met zowel het Nederlandse Resato als het Deense Nel. Realisatie van nieuwe locaties gebeurt op basis van vraag uit de markt. Het bedrijf kijkt dan eerst of het mogelijk is om een eigen locatie te realiseren. Is dat niet opportuun, dan wordt er een beroep gedaan op een van de oliepartners waar OrangeGas een samenwerking mee heeft. “Die zijn samen goed voor zo’n 2.700 van de ruim 4.000 tanklocaties in het land, dus er is altijd wel een geschikte plek te vinden. Als we een eigen locatie realiseren, hebben we wel de regel dat we daar uitsluitend schone brandstoffen aanbieden.”
Batterij-elektrisch en waterstof
Het door Borger geschetste toekomstbeeld – een mix van schone brandstoffen om verschillende doelgroepen mee te bedienen – is er wel één in grote lijnen. “Ik kan nu nog niet inschatten wat in 2050 de marktaandelen van de verschillende schone brandstoffen zullen zijn”, erkent hij. “Op het gebied van elektrisch rijden durf ik wel een voorspelling te doen, namelijk dat rijden op waterstof over tien jaar dominanter zal zijn dan batterij-elektrisch. Als je er met een technische bril naar kijkt, wordt de batterij in zekere zin oneigenlijk gebruikt in auto’s. Om de actieradius te vergroten moet je batterijen stapelen en auto’s dus zwaarder maken. De dominantie van waterstof is dus alleen te voorkomen als er een heel nieuw soort accu voor batterij-elektrische auto’s wordt bedacht.”
Borger sluit niet uit dat dit gebeurt, maar heeft er wel zo zijn bedenkingen bij. “Er wordt al jaren geroepen dat de ontwikkelingen zo snel gaan en dat het een kwestie van tijd is voor er zo’n nieuwe accu op de markt komt. Maar intussen is er nog steeds geen alternatief voor lithium-batterijen in auto’s. En ik kijk ook naar belangstelling naar een ander aspect. Van alle manieren waarop we batterijen gebruiken, weten we dat ze na verloop van tijd minder worden. Gebeurt dat met batterijpakketten in auto’s ook? We zijn daar niet negatief over; wel kritisch. Het kan best zijn dat ze acht of tien jaar meegaan, maar we moeten wel goed in de gaten houden of dat ook zo is.”
Dit artikel is verschenen in TankPro Magazine nummer 2. Wil je hét vakblad voor de tankstationsector voortaan in de brievenbus? Sluit dan direct een proefabonnement af en ontvang het blad 6x per jaar.
Lees ook: