Het is voor tankstations met zowel fossiele als duurzame brandstoffen op het voorterrein vaak niet duidelijk hoe de verschillende installaties het veiligst gepositioneerd kunnen worden. Dat is een van de conclusies van het Kennisdocument veiligheid Multi-Fuel Tankstations, dat maandag beschikbaar werd gesteld. Met name de regelgeving rondom tankstations moet zoveel mogelijk gestroomlijnd worden, stelt het rapport.
Het document schetst de verwachting dat er in 2030 ongeveer 120 multi-fuel tankstations (MFT’s) in Nederland zijn. Volgens de schrijvers van het rapport breekt, voordat de volledige transitie naar duurzame brandstoffen is afgerond, een periode aan waarin beide soorten brandstoffen worden aangeboden op dezelfde locaties. Het aanbod zal dan bestaan uit brandstoffen als diesel en benzine, maar ook tenminste één nieuwere brandstof als LNG, CNG of waterstof. Ook kan er laadinfrastructuur op de locaties aanwezig zijn voor elektrische auto’s.
Combinatie
In het rapport wordt onder andere gekeken naar het aanbieden van meerdere brandstoffen op één locatie, de benodigde afstanden tussen de verschillende pompen en voorzieningen en de gevolgen voor de transportstromen door bijvoorbeeld het toepassen van waterstof. Het document geeft daarmee inzicht in de huidige kennis rondom de veiligheid van MFT’s.
Voor de brandstoffen afzonderlijk gelden regels en richtlijnen, maar de combinatie van de brandstoffen roept nog vragen over de veiligheid op. Over het algemeen is niet concreet te stellen hoe de installaties ten opzichte van elkaar op de meest veilige manier geplaatst moeten worden. Daar bestaat geen vaste indeling voor. Op de tankstations worden de verschillende installaties momenteel in verschillende combinaties geplaatst, maar ook in verschillende posities.
Verschillen
De indeling van die installaties wordt nog steeds voornamelijk bepaald door verschillende voorschriften voor tankstations, de aansluitvoorwaarden van netbeheerders, richtlijnen over verschillende gevaarlijke stoffen en bijvoorbeeld kennis en kunde van de adviseurs van een veiligheidsregio. Juist meer uniformiteit op dit gebied zou kunnen bijdragen aan veiligere omgeving, stelt het rapport.
Hoewel er wetten en regels bestaan over de afzonderlijke brandstoffen, geldt dat dus niet voor het complete terrein. Er is een ‘versnipperde wet- en regelgeving’ en beoordeling vindt plaats door verschillende instanties en personen. Het zou volgens het document kunnen dat de veiligheid daardoor in het geding komt. Er bestaat een hoop individuele deskundigheid over afzonderlijke brandstoffen, maar een integrale kennis van een MFT ontbreekt soms. Het Instituut Fysieke Veiligheid raadt daarom aan om voor voldoende afstand tussen de afvoerputten voor gemorste vloeistof en LNG-installaties te zorgen. Brandbare gassen mogen de kans niet krijgen om met elkaar in aanraking te komen.
Noodstopvoorzieningen
Ook ontbreken de voorschriften voor een combinatie van noodstopvoorzieningen bij meerdere installaties op één tankstation. In de praktijk kan het namelijk zo zijn dat noodstopvoorzieningen het beste gekoppeld kunnen worden in plaats van per tank geplaatst worden. Dat is dan wel afhankelijk van bijvoorbeeld de soorten brandstoffen, installaties en de gekozen afstand. Dit moet overigens per locatie beoordeeld worden.
Daarnaast stelt Panteia, een van de partijen die meewerkten aan het rapport, dat de verwachting bestaat dat de veiligheid op de wegen buiten de tankstations afneemt door het vervoer van brandstoffen naar MFT’s. Dit lijkt wel binnen de wettelijke grenzen te blijven en hoeft bovendien niet te zorgen voor direct gevaar. Wanneer bijvoorbeeld het tanken van waterstof toeneemt en er uiteindelijk een buisleiding geïnstalleerd wordt, in plaats van bevoorrading door vrachtwagens, zal dat de veiligheid weer ten goede komen.
Samenwerking
In februari vorig jaar diende het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een voorstel in voor het kennisdocument. Dat deed het ministerie gezamenlijk met het Impuls Omgevingsveiligheid. Het rapport zal uiteindelijk als input dienen voor een nog op te stellen PGS-multi-fuel tankstations. Daarin moet meer duidelijkheid komen over het gebruik van verschillende gevaarlijke stoffen op één terrein.
Aan het document werkten verschillende partijen mee. Het werk kwam tot stand door een samenwerking tussen het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, Rijkswaterstaat, RIVM, meerdere veiligheidsregio’s en omgevingsdiensten, het Instituut Fysieke Veiligheid, NOVE, VNP, Beta, Stedin, NEN, Bovag en het waterstof platform.
Lees ook: