Pomphouders in de grensstreek moeten bezwaar maken tegen een te hoge WOZ-waarde van hun bedrijf. Dat zegt juriste Lisanne Henneveld van branchevereniging Beta. In het geval van extreme schommelingen in de literomzet, mede door de grensproblematiek, kan de vastgestelde WOZ-waarde te hoog zijn. Daardoor betalen pomphouders mogelijk te veel OZB-belasting. Een reĂ«lere taxatie kan een ondernemer honderden, misschien wel duizenden euroâs besparen.
âDe taxatiewaarde wordt namelijk niet alleen gebruikt voor de OZB, maar ook voor de waterschapsheffing en de belastingaangiftesâ, aldus Henneveld, die in haar werk regelmatig ondernemers bijstaat bij het bepalen van de juiste WOZ-waarde.
Tankstation
Voor tankstations is eind jaren negentig de REN-methode opgesteld, waarmee de WOZ-waarde kan worden bepaald. Daarbij wordt gekeken naar diverse eigenschappen van een locatie. Bijvoorbeeld of het station van twee kanten bereikbaar is, hoeveel pompen de vestiging heeft en of het bedrijf aan een doorgaande weg ligt of langs een rustige straat. Op basis daarvan wordt een mogelijke literafzet bepaald. Dat aantal liters is mede bepalend voor de hoogte van de WOZ-waarde.
Hoe dicht een tankstations bij de grens ligt, wordt echter niet meegenomen. Dat is echter wel degelijk relevant, vindt Henneveld. âVoor de taxatie van dit jaar wordt gekeken naar vorig jaar. Voorheen was het aantal verkochte liters bij grensstations veel hoger dan dit jaar. Daarom moet er niet gekeken worden naar de werkelijk verkochte hoeveelheden in 2013. Dan komt de WOZ-waarde veel te hoog uit.â
Grens
âDe REN-methode moet daarom niet altijd moeten worden toegepast bij grensstations. Als het werkelijke aantal verkochte liters meer dan veertig procent afwijkt van het verwachte aantal, moet een andere methode worden gebruiktâ, aldus de Beta-juriste.
âIk heb contact opgenomen met een taxateur van de werkgroep âEvaluatie van de taxatiewijzer motorbrandstoffenâ. Hij stelt duidelijk dat verkooppunten aan de grens, niet altijd binnen de REN-methodiek vallen. Deze methode is geschreven voor stations met een normaal exploitatievooruitzicht en zeker niet voor stations die misschien binnen vijf jaar moeten stoppen door de accijnsproblematiek.â Bij dergelijke gevallen moet een andere taxatiemethode worden toegepast, die wellicht zorgt voor een WOZ-waarde die tonnen lager uitvalt.
Pomphouders
Henneveld raadt de pomphouders dan ook aan om bezwaar te maken tegen de opgelegde WOZ-waarde als ze vermoeden dat deze te hoog is. Gemeentes hanteren een bezwaartermijn van zes weken. Wie daarna nog bezwaar aantekent, is te laat.
De juriste hoopt ook dat gemeentes wakker worden door OZB-opbrengsten die ze mislopen als grensstations verdwijnen. âEen dergelijk inkomstenverlies zou gemeentes wellicht kunnen aanzetten tot verzet tegen de accijnspolitiek van Den Haag.â
Voor verdere vragen over de WOZ-waarde kan contact worden opgenomen met Beta.
Tom van Gurp