In de petrolbranche zijn de afgelopen twee jaar zo’n duizend banen verdwenen. Werkten er eind 2013 nog 17.000 mensen bij tankstations en autowasbedrijven, eind vorig jaar waren dat er nog 16.050. Dat blijkt uit cijfers van branchevereniging Bovag en het opleidings- en ontwikkelingsinstituut Oomt. In vergelijking met vier jaar geleden is zelfs tien procent van alle banen verdwenen. Volgens Bovag is vooral de grensproblematiek een belangrijke oorzaak van de dalende werkgelegenheid.
Vanwege het accijnsverschil tussen Nederland en de buurlanden zijn forse verschillen ontstaan tussen literprijzen. Als gevolg daarvan zijn veel automobilisten en truckers uitgeweken naar België en Duitsland om de tank vol te gooien. Om toch nog enigszins omzet te behouden, besloten veel uitbaters aan de Nederlandse kant van de grens om hun stations onbemand voort te zetten. Met alle gevolgen van dien voor de werkgelegenheid.
Hoge tankstationdichtheid
Sowieso is er de laatste jaren een trend naar onbemand, ook buiten de grensstreek. Dat werd deze week nog eens onderstreept door cijfers van Petrolview, waaruit blijkt dat alle grote onbemande formules zijn gegroeid. Vanwege de relatief hoge tankstationdichtheid en de steeds prijsbewustere consument moeten veel stations de literprijzen laag houden. Daardoor wordt exploitatie zonder personeel voor veel uitbaters een steeds aantrekkelijkere optie.
Als de huidige werkgelegenheidscijfers worden vergeleken met cijfers uit 2011 is de daling nóg sterker. Destijds werkten nog 17.660 mensen bij een tankstation of autowasbedrijf. Inmiddels zijn dat er ruim 1.600 minder, een daling van bijna tien procent. Dat de negatieve trend spoedig wordt doorbroken, lijkt niet waarschijnlijk. Verschillen tussen literprijzen blijven groot, terwijl het aantal automobilisten dat ‘op de kleintjes let’ eerder groter dan kleiner wordt.