âHet gaat om exploitatieschade en het belang van negentien werknemers. Als je de tent moet sluiten, dan is het personeel weg en dat is niet reparabel.â Met deze woorden maakte de advocaat van Oliehandel Nederland (OHN) duidelijk wat de belangen zijn om het BP-tankstation op verzorgingsplaats Oudbroeken langs de A12 voorlopig open te houden. Hij voerde dit aan tijdens een spoedprocedure dinsdag bij de Raad van State.
Rijkswaterstaat wil dat het tankstation zo snel mogelijk sluit. De zogeheten Wbr-vergunning (Wet beheer rijkswaterstaatswerken) voor het hebben van een tankstation is al begin dit jaar ingetrokken. âHet wordt nu geĂ«xploiteerd zonder vergunningâ, aldus een woordvoerster van Rijkswaterstaat. Intussen is ook bestuursdwang aangekondigd; sluit OHN het tankstation niet zelf, dan wordt het door Rijkswaterstaat gesloten.
Met een spoedprocedure bij de Arnhemse rechtbank is die maatregel voor even uitgesteld. De rechtbank wacht op het oordeel van de Raad van State in de spoedprocedure die daar dinsdag werd behandeld.
Volgens de advocaat van OHN hangen die rechtszaken wel nauw met elkaar samen. De intrekking van de Wbr-vergunning maakte het mogelijk voor Rijkswaterstaat om ook sluiting te eisen. Maar Rijkswaterstaat loopt volgens hem veel te hard van stapel.
Wbr-vergunning
De vergunning werd ingetrokken, omdat de locatie van het tankstation tussen Duiven en Zevenaar wordt geofferd voor de nieuwe aansluiting van de verlengde A15 op de A12. Dat is geregeld in het Tracébesluit ViA15. Maar dat besluit werd in januari van dit jaar door de Raad van State bevroren, omdat de stikstofberekeningen bij dit besluit
onzorgvuldig waren. Intussen heeft het rijk dit Tracébesluit aangepast. De Raad moet nog met een eindoordeel komen.
âHet zou theoretisch kunnen dat dit besluit niet doorgaatâ, meldde de raadsvoorzitter dinsdag tijdens de spoedzitting. Zo bezien lijkt Rijkswaterstaat inderdaad te hard van stapel te lopen. De advocaat van OHN stelt dat sluiting van het tankstation eigenlijk pas kan plaatsvinden nadat de rechtbank definitief goedkeuring heeft gegeven aan de onteigening die voor het tankstation dreigt. En dat is voorlopig nog niet aan de orde.
Maar de woordvoerders van Rijkswaterstaat stelden dat de locatie nu al zo snel mogelijk moet worden ontruimd. Dat is namelijk nodig voor bodemonderzoek. Daarnaast liggen er contracten met aannemers met boeteclausules, die in werking treden als de wegaansluiting niet op tijd kan beginnen en de planning van het hele project loopt dan ook gevaar.
OHN wel of niet belanghebbende
Voor de Raad van State is het nu de vraag of snelle sluiting en het ontslag van negentien werknemers zwaarder moet wegen dan het belang van een snelle start van het wegenproject. Met daarbij de grote vraag of het aangepaste Tracébesluit nu wel snel wordt goedgekeurd.
Daarnaast speelt de vooral juridische vraag of OHN wel als belanghebbende kan worden gezien bij de intrekking van de Wbr-vergunning. Die is namelijk verleend aan een ander bedrijf. OHN âhuurdeâ feitelijk die vergunning. Voor de Arnhemse rechtbank was dit reden om OHN als niet-belanghebbende aan de kant te schuiven bij het besluit over intrekking van de vergunning. OHN heeft volgens de rechtbank niet meer dan een afgeleid belang, een beduidend mindere rechtspositie en dus minder rechtsbescherming. OHN bestrijdt dit oordeel bij de Raad van State.
De Raad doet over enkele weken uitspraak.
Lees ook: