Pomphouder Lagendijk opent driedelige shop bij station Spijkenisse

Nu de shop steeds belangrijker wordt, wilde ondernemer Erik Lagendijk de mogelijkheden van zijn locatie in Spijkenisse optimaal benutten. Hij bedacht een eigen concept waarbij de winkel in feite in drieën werd gehakt, met een eetcafé een koffiebar en een reguliere pompshop. ”En op elk gebied wil ik de klant iets bieden wat nét iets beter is dan hij verwacht.”

De ondernemer ontwikkelde zelf een formule onder de noemer ’Tanken bij de Spijk, Eten in de Nis’. Hij heeft andere foodformules overwogen, bijvoorbeeld Starbucks of Subway. Beide concepten vielen echter om diverse redenen af.

Koffiebar

De winkel is dus op te delen in drie gedeeltes. Een koffiebar met veertig zitplaatsen, een eetcafé met frituur en een traditionele tankshop met gebruikelijke shopproducten, al wijkt de presentatie wel af van wat standaard is (zie foto’s onderaan dit artikel voor een impressie).

Door lage brandstofprijzen te hanteren, hoopt Lagendijk veel bezoekers naar zijn winkel te krijgen en ze daar te verleiden om ook in de shop iets te kopen. En dan doelt hij zeker niet alleen op een pakje kauwgom en een Mars.

Assortiment

Zo heeft hij diverse zoetigheden in zijn assortiment opgenomen, bijvoorbeeld appeltaart, cheesecake en muffins. Een assortiment dat bovendien regelmatig verandert. Ook verkoopt hij onder meer verse friet en biologische hamburgers. In de zomer komt daar een softijsmodule bij.

Ook de klanten die gezond willen eten, kunnen in Spijkenisse terecht. Zo zijn er diverse ontbijtgranen en melk- en yoghurtvarianten te verkrijgen. Daarnaast is er een ’versplein’, zoals Lagendijk dat noemt, met onder andere veel vers fruit. Ook kunnen klanten gebruikmaken van een persmachine die ter plekke jus d’orange maakt.

Tankstation

”Ik zag dat hier een tankstation zat en zag de mogelijkheden van deze locatie. Er zat een onbemande pomp van een ondernemer die het ’erbij’ deed. Maar in mijn ogen had deze locatie veel meer potentie. Je hebt een bedrijventerrein en een woonboulevard in de buurt. Ook zitten er woonwijken vlakbij en ligt het station naast een doorgaande weg. Er komen hier dus veel passanten. Bovendien zitten er niet veel concurrenten in de buurt.”

De ruimte waar Lagendijk de shop in vestigde, beslaat zo’n vierhonderd vierkante meter en stond tot voor kort leeg. ”Er heeft in het verleden wel een tankshop gezeten, maar die was inmiddels gesloten. Alleen de onbemande pompen waren er nog. Er was geen toilet, geen verlichting.”

Pompshop

De Rotterdamse ondernemer nam de inrichting flink onder handen. Hij wilde dat zijn pompshop duidelijk zou afwijken van wat gebruikelijk is in de branche en wilde de industriële look bewaren. Daarom lopen er grote buizen door de shop en is her en der hekwerk verwerkt. Door het gebruik van veel hout komt de kleur bruin op veel plekken terug in het interieur.

Voor tien tot twaalf euro kunnen bezoekers een avondmaaltijd krijgen van bijvoorbeeld een hamburger met friet en salade. De aardappelen die hij gebruikt voor de friet komen van een boer uit de omgeving. ”En ik serveer ze in een puntzak. Dat is nét wat authentieker.”

Verleiden

”Je krijgt als tankstation gemiddeld tussen de zevenhonderd tot duizend bezoekers per dag op je station. Ze komen sowieso binnen om te betalen en kunnen parkeren voor de deur. Je hoeft ze alleen nog maar aan te spreken en te verleiden. Ik denk dat het beter is om de voordelen van een tankstation optimaal te benutten dan om je station te verhuren.”

Lagendijk is al enkele decennia actief in de tankstationbranche. Hij heeft zes vestigingen, verspreid over de regio Rijnmond, en wil bij het eetcafé-gedeelte zoveel mogelijk ’on demand’ werken. ”Dat betekent dat mensen wat langer moeten wachten. Om te voorkomen dat klanten ongeduldig worden, krijgen ze een pieper mee. Ze kunnen in de koffiebar zitten en zodra de pieper afgaat, is hun bestelling klaar.”

Exclusief

”Doordat ze kunnen zitten wordt die tijd gevoelsmatig al wat korter. En wie weet, kopen ze tijdens het wachten een kop koffie of thee. Die moet beter zijn dan wat de klant verwacht. Daarom hebben we koffie van Lavazza en een thee deluxe. Die is iets duurder, maar ook iets exclusiever, waardoor het nét wat beter is dan de klant in een tankstation verwacht.”

Tom van Gurp

Lees ook: BrandOil maakt van tankshop restaurant in grootste station











Auteur: Tom van Gurp

Pomphouder Lagendijk opent driedelige shop bij station Spijkenisse | MobilityEnergy.com

Pomphouder Lagendijk opent driedelige shop bij station Spijkenisse

Nu de shop steeds belangrijker wordt, wilde ondernemer Erik Lagendijk de mogelijkheden van zijn locatie in Spijkenisse optimaal benutten. Hij bedacht een eigen concept waarbij de winkel in feite in drieën werd gehakt, met een eetcafé een koffiebar en een reguliere pompshop. ”En op elk gebied wil ik de klant iets bieden wat nét iets beter is dan hij verwacht.”

De ondernemer ontwikkelde zelf een formule onder de noemer ’Tanken bij de Spijk, Eten in de Nis’. Hij heeft andere foodformules overwogen, bijvoorbeeld Starbucks of Subway. Beide concepten vielen echter om diverse redenen af.

Koffiebar

De winkel is dus op te delen in drie gedeeltes. Een koffiebar met veertig zitplaatsen, een eetcafé met frituur en een traditionele tankshop met gebruikelijke shopproducten, al wijkt de presentatie wel af van wat standaard is (zie foto’s onderaan dit artikel voor een impressie).

Door lage brandstofprijzen te hanteren, hoopt Lagendijk veel bezoekers naar zijn winkel te krijgen en ze daar te verleiden om ook in de shop iets te kopen. En dan doelt hij zeker niet alleen op een pakje kauwgom en een Mars.

Assortiment

Zo heeft hij diverse zoetigheden in zijn assortiment opgenomen, bijvoorbeeld appeltaart, cheesecake en muffins. Een assortiment dat bovendien regelmatig verandert. Ook verkoopt hij onder meer verse friet en biologische hamburgers. In de zomer komt daar een softijsmodule bij.

Ook de klanten die gezond willen eten, kunnen in Spijkenisse terecht. Zo zijn er diverse ontbijtgranen en melk- en yoghurtvarianten te verkrijgen. Daarnaast is er een ’versplein’, zoals Lagendijk dat noemt, met onder andere veel vers fruit. Ook kunnen klanten gebruikmaken van een persmachine die ter plekke jus d’orange maakt.

Tankstation

”Ik zag dat hier een tankstation zat en zag de mogelijkheden van deze locatie. Er zat een onbemande pomp van een ondernemer die het ’erbij’ deed. Maar in mijn ogen had deze locatie veel meer potentie. Je hebt een bedrijventerrein en een woonboulevard in de buurt. Ook zitten er woonwijken vlakbij en ligt het station naast een doorgaande weg. Er komen hier dus veel passanten. Bovendien zitten er niet veel concurrenten in de buurt.”

De ruimte waar Lagendijk de shop in vestigde, beslaat zo’n vierhonderd vierkante meter en stond tot voor kort leeg. ”Er heeft in het verleden wel een tankshop gezeten, maar die was inmiddels gesloten. Alleen de onbemande pompen waren er nog. Er was geen toilet, geen verlichting.”

Pompshop

De Rotterdamse ondernemer nam de inrichting flink onder handen. Hij wilde dat zijn pompshop duidelijk zou afwijken van wat gebruikelijk is in de branche en wilde de industriële look bewaren. Daarom lopen er grote buizen door de shop en is her en der hekwerk verwerkt. Door het gebruik van veel hout komt de kleur bruin op veel plekken terug in het interieur.

Voor tien tot twaalf euro kunnen bezoekers een avondmaaltijd krijgen van bijvoorbeeld een hamburger met friet en salade. De aardappelen die hij gebruikt voor de friet komen van een boer uit de omgeving. ”En ik serveer ze in een puntzak. Dat is nét wat authentieker.”

Verleiden

”Je krijgt als tankstation gemiddeld tussen de zevenhonderd tot duizend bezoekers per dag op je station. Ze komen sowieso binnen om te betalen en kunnen parkeren voor de deur. Je hoeft ze alleen nog maar aan te spreken en te verleiden. Ik denk dat het beter is om de voordelen van een tankstation optimaal te benutten dan om je station te verhuren.”

Lagendijk is al enkele decennia actief in de tankstationbranche. Hij heeft zes vestigingen, verspreid over de regio Rijnmond, en wil bij het eetcafé-gedeelte zoveel mogelijk ’on demand’ werken. ”Dat betekent dat mensen wat langer moeten wachten. Om te voorkomen dat klanten ongeduldig worden, krijgen ze een pieper mee. Ze kunnen in de koffiebar zitten en zodra de pieper afgaat, is hun bestelling klaar.”

Exclusief

”Doordat ze kunnen zitten wordt die tijd gevoelsmatig al wat korter. En wie weet, kopen ze tijdens het wachten een kop koffie of thee. Die moet beter zijn dan wat de klant verwacht. Daarom hebben we koffie van Lavazza en een thee deluxe. Die is iets duurder, maar ook iets exclusiever, waardoor het nét wat beter is dan de klant in een tankstation verwacht.”

Tom van Gurp

Lees ook: BrandOil maakt van tankshop restaurant in grootste station











Auteur: Tom van Gurp